Bevrijdingskrant Ugchelen 2005

35


Voor de ogen van een zevenjarig jongetje
'Plotseling ging de geschutskoepel open…'  

De 17e april 1945 - als ik me goed herinner een dinsdag - was een stralende voorjaarsdag. De bevrijding van het Duitse juk zat in de lucht. Ook rond mijn geboortehuis aan de Hoog Buurloseweg in Ugchelen was het onrustig. Dagenlang hadden we in de kelder gebivakkeerd. Tegen over ons huis stond zwaar Duits geschut, dat de Canadezen aan de andere kant van het Apeldoorns kanaal bestookte. Al dagen trokken over de grindweg Duitse troepen, of restanten ervan, westwaarts en in eerste instantie naar Hoog Buurlo en Kootwijk. De vluchtende militairen maakten gebruik van alles wat maar wielen had.Vanaf het tuinhek zagen we met enig leedvermaak handkarren, boerenwagens, fietsen en andere vervoermiddelen voorbij schuiven.

Op die bewuste aprilmorgen was de vluchtelingenstroom opgedroogd en de weg lag er verlaten bij. In de verte hoorden we geratel van wat later Canadese Sherman tanks bleken te zijn. Plotseling vulde de keuken zich met aan de dichtbij gelegen ouderlijke woning ontsnapte zussen van mijn vader. De jonge dames hadden zich met oranjesjerpen getooid. Dat tot grote woede van hun oudere broer, mijn vader. Hij had niets met dit provocerend gedrag en eiste de oranje uitmonstering op. Weg er mee. De dames, onder wie ook mijn moeder, trokken in de richting vanwaar het tankgeratel kwam. Mijn vader bleef  achter. Tot m'n grote ergernis kreeg ik huisarrest. 


De kleine Berthus met zijn fietsje op de Hoog Buurloseweg.
Maar ook daar zou het spannend worden. Wij kozen een overzichtelijke positie op het hek. Plotseling naderde er vanuit Ugchelen een donkere gedaante op een, zo te zien, splinternieuwe damesfiets, een in die tijd fel begeerd artikel, ook in de ogen van m'n vader. De zwarte gestalte bleek een SS-er te zijn. Met een stafkaart in z'n hand en een voet op het hek vroeg hij de weg naar Hoog Buurlo, waar zich, naar zijn zeggen, zijn onderdeel zou bevinden.

Mijn vader kon nauwelijks zijn interesse voor het glimmende vervoersmiddel verbergen. Vanuit die belangstelling adviseerde hij de fanatieke drager 

van pet met doodskop te luisteren naar het geluid van de naderende tanks en zich over te geven. Zelfs een wit beddenlaken, als teken van overgave, kon er nog wel af. Dit gebaar werd niet gewaardeerd en na de uitroep "Lieber tod als Sklave" jakkerde de SS-er, richting Hoog Buurlo. Hij was nauwelijks uit zicht of onze aandacht werd getrokken door een deels ratelend, deels grommend geluid. Om de bocht, 100 meter van onze woning, nadert een motorrijder, gehelmd, met stofbril en een stengun dwars over de benzinetank. Deze Canadese verkenner manoeuvreerde heel voorzichtig en keerde terug. Even later verscheen hij opnieuw nu gevolgd door een colonne Sherman tanks, waarvan de eerste zoekend en dreigend met de loop van het kanon heen en weer zwaaide. De koploper stopt piepend en knarsend voor ons. Er volgen enkele spannende momenten. Dan wordt de geschutskoepel geopend en een grijzende kop steekt eruit. De tankcommandant zakt terug en lijkt iets te zoeken. Plotseling rollen een aantal voorwerpen voor onze voeten. Nadere inspectie leert dat het hier gaat om een reep chocolade en een tinnetje sigaretten. "Beng". De koepel klapt dicht en in een stofwolk vervolgt de tank zijn route. Ons verbijsterend achterlatend.
Berthus Maassen vertelt 
Als jongen van zeven jaar heeft Berthus Maassen uit Ugchelen de bevrijding meegemaakt. Enkele gebeurtenissen zijn hem altijd bij gebleven. Met zijn vlotte hand van schrijven is hij er in geslaagd wat indrukken op papier te zetten. Het verhaal over die 17e april 1945 dat zich afspeelde aan de Hoog Buurloseweg.

Ga naar pagina: 

1 3 5 7 9 10 11 14 15 16 17 18 19 20 24 25 27 29 31 35