Kunst en Creativiteit (2)

Jacques is verliefd op olieverf

Uit De Bron van 28 februari 2004

Door Peter Otterloo

Index Ugchelen De Bron

Zijn lange, witte manen vormen zijn handelsmerk. Ze zijn als het ware zijn logo. En natuurlijk ook zijn opvallende naam: Jacques Maris! Met één r wel te verstaan. Wel staat hij bij de burgerlijke stand ingeschreven met een dubbele r (Marris), hetgeen er natuurlijk op duidt dat die naam de enige juiste is. Maar de familieleden die zich in het kunstenaarswereldje begeven, hebben zich die ene r eigen gemaakt. Kunstschilder Maris met zijn atelier aan de Hoenderloseweg is echter zowel met die ene, als wel met de dubbele r in het telefoonboek te vinden. Want je moet hem wel kunnen vinden, deze kunstenaar. Al was het alleen maar om een rondleiding met hem te regelen langs zijn expositie bij het Ugchelense meubelhuis Duthler.

Maris is inmiddels 72 jaar, maar zijn inspiratie blijkt onuitputtelijk. Hij is er niet de man naar om voldaan in luie stoel te gaan zitten mijmeren over de jaren die achter hem liggen en hoe geweldig hij het wel heeft gedaan. Zijn geest is nog optimaal actief en zelfs experimenteert hij in een klein kamertje volop met computer- en printkunst. In de begeleidende folder bij Duthler schrijft hij dan ook: "Computerwerk is geen breuk met het verleden. Het is een verlengstuk van wat ik altijd heb gedaan. Ik heb een grafische achtergrond en werk op de computer met afbeeldingen of gedeelten van bestaande door mij gemaakte schilderijen."
De schilder stamt uit een beroemde kunstenaarsfamilie. In het boekje van Hans de Mol, 'Jacques Maris vijftig jaar schilder en aquarellist', in 1996 uitgegeven ter gelegenheid van zijn jubileumtentoonstelling in het Historisch Museum Apeldoorn, wordt het familieverhaal in kort bestek beschreven. Oorspronkelijk luidde de familienaam Maresch want in mannelijk lijn stamde men af van Wenzel Maresch, een Tsjechische steenhouwer die omstreeks 1806 naar Amsterdam was gekomen.

Hij trouwde met een Nederlandse vrouw. De Tsjechische naam werd al spoedig verhollandst wat een wijd verbreide gewoonte was bij immigranten. Het werd Marris. Hun zoon Mattheus werd de vader van de nationaal bekende schilders Jacob, Matthijs en Willem Maris die hun naam dus met één r schreven.
Jacques Maris kwam in 1959 in Ugchelen terecht nadat hij was getrouwd met de Hoenderlose Jannie Wolfswinkel. Hij ging als graficus werken bij Wegener maar als een vogeltje in een kooitje zitten was aan de kunstzinnig ingestelde jongeman niet besteed. Hij kwam uiteindelijk na veel vijven en zessen in het reclamevak terecht en bloeide in zijn eigen toko helemaal op. Jacques tekende dat het een lieve lust was, Jannie schreef de teksten. Samen kwamen zij goed aan de kost. De kunstenaar in Jacques werd helemaal wakker. Zijn liefde voor de olieverf heeft hem zijn leven lang beziggehouden en daarbij als haast vanzelfsprekend kwamen de stillevens tot stand. 'Toevalstreffers', noemt hij de composities. "Bij toeval stonden een potje en een kannetje soms naast elkaar. En als ik voorwerpen koop, schilder ik ze pas als ik ze helemaal heb bevoeld en bestreken."
Na het avontuur van het reclamebureau heeft Jacques zich vervolgens zo'n dertien jaar vol overgave gestort op een teken- en schilderschool. Talrijke schilders hebben les in aquarelleren van hem gehad. De school liep als een trein. Totdat hij op zeker moment het gevoel kreeg dat hij een dood spoor was ingeslagen en hij zijn leerling Dio Konijnenberg adviseerde het werk over te nemen. Hij was één van zijn grote talenten.
Maris trok zich heerlijk terug in zijn eigen atelier en zocht zijn oude liefde, het olieverven weer op. De lucht van verf en terpentijn kon hij niet missen. Niet meer voor het brood, maar zuiver als hobby. Hij maakt slechts schilderijen op een manier waarop hij er plezier aan beleeft. U moet maar eens kijken bij Duthler.

Jacques Maris
Jacques Maris. De wapperende manen vormen zijn handelsmerk.
Foto: Chris Severijnen.

Index Ugchelen De Bron
HOME Gastenboek
Copyright © 2003 - , Peter Otterloo / Chris Severijnen / De Bron / Gert Woutersen