HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 15. Uit De Bron van woensdag 1 juni 1994, 31e jaargang nummer 11.

Vorige Index Volgende
VOORJAAR.
De mogelijkheid, om een enigszins recent stukje over Ugchelen te schrijven, is niet zo gemakkelijk. Men moet daarbij niet uit het oog verliezen, dat er tenminste twee weken verstreken zijn tussen het moment, dat ik dit opschrijf en dat u het kunt lezen. Op zichzelf moet dat geen bezwaar zijn, want Het Boek der Boeken is al 2000 jaar oud en wordt nog steeds als nieuws beschouwd. Nu wil ik natuurlijk niet de hoogmoed hebben, dat mijn verhaaltjes van hetzelfde niveau zijn.
In het voorjaar vind ik de bomen op z'n fraaist. Niet alleen in Ugchelen natuurlijk, maar ik weet niet, of het u is opgevallen, dat er in Ugchelen een aantal beukenbomen staan, die wel héél bijzonder zijn. Met zo'n prachtige roodbruine gloed erin... Magnifiek!
Het is dan erg uitnodigend, om erop uit te gaan. Dan schiet het krantenlezen er een beetje bij in. Maar om een stukje rondom de kei van Ugchelen te schrijven, moet ik wel proberen op de hoogte te blijven en met argusogen het plaatselijke nieuws afspeuren. Wat Ugchelen betreft valt dat de laatste tijd best mee. Als ik alleen maar de continue story van het zorgcentrum noem: eerst géén en dan ineens twee. Lijkt me best leuk, zo'n intercultureel centrum in de buurt. Ik ben erg nieuwsgierig van aard en ik zal er zeker eens een kijkje gaan nemen, als het zover is. Als het zover komt. Want dat weet je ook maar nooit. Wat mij hier dan opvalt is, dat er toch steeds mensen zijn, die de publiciteit niet schuwen, om Ugchelen op de één of andere manier onder

de aandacht van het publiek te brengen. Soms in negatieve, maar ook wel vaak in positieve zin. Het gaat dan over het leggen van de eerste steen voor de bibliotheek. Of, zoals de Sokkenbuurt heeft gedaan, het plaatsen van het eerste raam. Daarna viel mij op, dat er een hartenkreet op een spandoek was geplaatst. Misschien hield Monique niet genoeg van hem? Want aan het eind van de dag was het doek weer verdwenen.
Het bezoek van de burgemeester bijvoorbeeld, vond ik in ieder geval wel een positieve bijdrage voor Ugchelen.
Ik vind het een goede gedachte van de burgemeester om Ugchelen nog steeds onder de dorpen te scharen. Hij liet zich bij die gelegenheid ontvallen, dat hij best in Ugchelen zou willen wonen. Alleen, zal hij dan met de bus of met een helikopter naar zijn werk gaan?
Dan kunnen de busverbindingen ook een echt dorps karakter krijgen. Bijvoorbeeld twee keer per dag, 's morgens naar de markt en 's middags weer terug.
Ja, dat je dan met een kinderwagen of een invalidenwagen door het grind moet ploegen, hoort ook bij het dorpse karakter van Ugchelen. Op de rijbaan lopen kan wel, maar dat is meer voor de mensen, die levensmoe zijn.
Als de stadse mensen uit Apeldoorn op een mooie voorjaarsdag door Ugchelen fietsen, dan moeten ze echt het gevoel krijgen er eens uit te zijn.
Op héle lange mensen is ook gerekend; er staat een mooie stoel klaar bij van Leeuwen's Fruitrijk.
Heerlijk, om in zo'n dorp als Ugchelen te vertoeven!

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen