HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 48. Uit De Bron van woensdag 13 december 1995, 32e jaargang nummer 22.

Vorige Index Volgende
KERSTBOODSCHAP.
Veel is er dit jaar aan ons oog voorbijgegaan. Ik hoef alleen maar te refereren aan de vele Canadese gasten, die in Ugchelen een goed onderkomen hebben gevonden tijdens de herdenking van de bevrijding. 50 jaar geleden vierden we voor het eerst kerstmis in een vrij Nederland. Hier en daar werd nog een boom opgetuigd met de schaarse artikelen, die we nog hadden bewaard. Er was immers nog niet veel te koop. Eén kaars hadden we nog en de kachel werd voor één keertje extra opgestookt. Nu weten we van gekkigheid niet, wat we elkaar voor de kerstdagen zullen geven en we moeten oppassen, dat we niet teveel en te vet eten.
In die tijd vlak na de tweede wereldoorlog tekenden we op de tegels van de stoep een hinkelbaan. Met een krijtje, dat nèt op was, als we aan het laatste cijfer toe waren gekomen. Dit staat in schril kontrast met de kennelijke overvloed aan materiaal, waarmee nu de muren volgekliederd worden. Dan moeten we er op uit, die rommel weer zien te verwijderen. Het levert ons een hoop ergernis en werk op, waarbij je niet de zekerheid hebt, dat je de andere dag weer met hetzelfde aan de gang moet.
Dit alles overdacht ik, toen ik mij in ons winkelcentrumpje begaf en daar de mevrouw van de dierenspeciaalzaak aan het werk zag.
Hier noem ik expres geen naam, maar zo was het in de krant omschreven en iedereen in ons dorp weet dan, wie er wordt bedoeld. Dat is misschien een nadeel van een kleine gemeenschap.

Zo kan het bijvoorbeeld ook zijn, wanneer je zegt: "Ik ben bij Na geweest". Dat is ook zo'n begrip hier in Ugchelen. Niemand kijkt daar gek van op; niemand vraagt belangstellend: "O, ja? Ben je er bijna geweest?".
Ugchelen is een kleine gemeenschap. Mag ik het als volgt omschrijven: u ziet iemand fietsen met een grote bos prei, die triomfantelijk uit de fietstas steekt. Zo'n bos prei steek je namelijk niet even in de zak van je jas, toch? Als je dat dan ziet, dan gaat er onmiddellijk een lampje bij je branden. Zo van: de preien zijn in de reclame bij van der Heiden, bij de Komart, de C1000 of bij van Leeuwen. Dan snel er heen, de boodschappen doen. Het gevolg is wel, dat half Ugchelen die dag prei eet!
Een ander gevolg is, dat het winkelen langer duurt, dan in de stad, omdat je hier altijd wel een buur, een familielid of een kennis tegen komt. Die vraagt dan, hoe het met je gaat en daarna van: heb je gehoord van die en die....
Zo blijf ik met boodschappen doen op de hoogte van het wel en wee in Ugchelen en verzamel ik de stof voor deze rubriek. Het mes snijdt aan twee kanten, want zo groeit dan ook het aantal stempels op mijn kaart sneller.
Het enige, wat ik echt mis, is een schoenmaker. Dat vind ik typisch een beroep, dat bij een dorp hoort. Vroeger was er een hoefsmid, maar een schoenmaker, die bij z'n leest blijft, die missen we in Ugchelen.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen