HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 74. Uit De Bron van woensdag 26 februari 1997, 34e jaargang nummer 4.

Vorige Index Volgende
TONEEL.
Een gezegde uit mijn jeugd bepaalt bij dit artikel het motief: "De wereld is gelijk een schouwtoneel; ieder krijgt daarvan zijn deel." In dit geval is de Ugchelense wereld mijn wereld. In het algemeen bedenk ik deze kolom door alles te lezen, wat over Ugchelen gepubliceerd wordt en dat is voor het overgrote deel in de Apeldoornse Courant. Het Ugchelense schouwtoneel trekt dan voorbij en het is tegelijk een carnavaleske optocht. In de carnavalsoptocht ziet men dan de Ugchelense tonelen van het afgelopen jaar terug. Hieruit blijkt steeds weer, hoe vindingrijk mensen vaak zijn. Alleen daarom is het een genoegen om bij een bepaalde gemeenschap te behoren, waarbij een soort humor om de hoek komt kijken, die mij erg aanspreekt.
Die humor kan je ook terugvinden in het toneelgezelschap, dat Ugchelen rijk is: "Ernst en Luim". Alleen de naam al; wat schuilt hier een humor en een diepere psychologie achter. Toen ik pas in Ugchelen kwam wonen, dacht ik eerst, dat het naar de oprichters was vernoemd, de heren Ernst en Luim. Al vond ik meteen al, dat Luim een vreemde naam was. Gelukkig heb ik daar niet zo lang over getwijfeld; vrij kort daarna ben ik naar een uitvoering geweest en beleefde ik de luim meer dan de ernst. Het houdt in, dat er tegelijkertijd zinvolle, maar ook tijdverdrijvende verpozing gebracht wordt. Als je dan bedenkt, dat de medewerkers ook nog vrijwel allemaal een drukke baan hebben en dat het geheel vlot voor het voetlicht wordt gebracht, is het een bewonderenswaardig gezelschap. Natuurlijk speelt

iedereen wel eens toneel. Denkt u maar even aan het moment, dat je aan het eind van de maand nog boodschappen moet doen en uitgerekend hebt dat, wat je wilde kopen, nèt niet kan. Je gaat naar buiten en de buurvrouw vraagt, hoe het met je gaat. Je zegt, net als altijd, dan dat het prrrrima met je is.
In plaats van: ik voel me rot, want ik wil zus of zo kopen, maar daar heb ik geen geld genoeg voor. Overigens moet ik dit idee nog maar eens herschrijven, hoe het zal gaan met een chipper of chipknip, of hoe zo'n ding ook heten mag.
Weet u, wie er beslist ook toneelspelen? De winkeliers. Dat kan toch niet anders? Mijnheer Hubo kan toch niet alle dingen mooi vinden, die hij in zijn winkel aanbiedt en wat dacht u dan van Het Geschenkenhuis, zij kunnen toch niet zeggen: "Dat ding vinden we afschuwelijk, maar we hebben het in de winkel, omdat er altijd wel één of andere idioot is, die zoiets koopt?" Denkt u, dat ze bij Drogisterij Last alle luchtjes (uit de flesjes, bedoel ik) lekker vinden geuren. Even terzijde: luchtjes ruiken namelijk niet, dat doet u; de luchtjes geuren. Als u zegt: "Dat ruikt lekker", dan bedoelt u: "Ik ruik een voor mij aangenaam geurtje". Als u zegt: "Dat stinkt", dan ruikt u een onaangenaam geurtje. Het verschil zit hem in het feit, dat u ruikt en niet geurt. Er zal niemand in de winkel zeggen: "Winkelier, ik ruik niet lekker". Dus daarover zal niemand toneelspelen.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen