HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 109. Uit De Bron van woensdag 7 oktober 1998 - 35e jaargang nr. 17

Vorige Index Volgende
KONIJNEN.
Het bord aan de Bogaardslaan: "Jonge konijnen te koop" roept herinneringen bij mij op. Toen de eerste groepen nog kleuterschool heetten, was Uwe Kijker lid van de oudercommissie. Ik woonde dicht bij de school en had een sleutel om bij eventuele calamiteiten snel toegang tot de school te hebben. Deze diende tevens om in de vakanties bloemetjes water te kunnen geven. Wie heeft zoiets immers niet voor die schattige dreumesen over? Bij het naderen van de vakantie werd ik door mijn zwager, die boer is, gevraagd, of ik voor de school twee kleine konijntjes wilde hebben. Op school vond men dat wel leuk voor de kinderen en, als ik een hok timmerde en ze van voer voorzag, was dat prima. Nu ben ik, al zeg ik het zelf, niet onhandig en ik had al snel van oude planken een mooi konijnenhok met twee compartimenten gemaakt, die je zo bij Nieuwenhuis kon zetten om te verkopen. Mijn zwager bracht de andere week de konijnen. Ik had er niet veel verstand van en vroeg hem de soortnaam en verdere bijzonderheden. "Het zijn Hollandertjes; ze worden niet veel groter, het zijn twee vrouwtjes, dus je hoeft niet bang te zijn, als ze met schoonmaken per ongeluk bij elkaar komen", grapte hij. Gewapend met deze wetenschap en een baal stro, bracht ik hok, konijnen en voer naar school. De vakantie brak aan en konijnen aaiend gingen de kleuters naar huis. Samen met mijn kinderen ging ik de konijnen verzorgen. Eén van de konijnen toonde zich ziek en stampte achter in het hok.

Bij het hok schoonmaken zagen we tot onze grote verbazing, achter een paar plukken haar, bij het "zieke" konijn een nest jongen. Ik wens ze op de Bogaardslaan veel succes met de verkoop! Ik legde de peuters uit, dat zoiets heel normaal was bij konijnen en dat we ze niet zo maagdelijk hadden ontvangen als was verondersteld. "Ik timmer er een hok bij en we gaan de kleintjes verkopen," opperde ik. Maar de kinderen waren met dat voorstel helemaal niet blij, want nog kleinere konijntjes zijn veel leuker. De andere week werd buurvrouw konijn ziek en vertoonde dezelfde symptomen als de eerste. Eerst stampen, plukken haar door het hok en na een dag kon ik de "worp" waarnemen als een stel blinde muizen zonder staart. Ik scharrelde bij grof huisvuil hout bij elkaar om nieuwe hokken te bouwen. Vanwege de zorg voor het jonge konijnengebroed konden we niet met vakantie gaan, maar dat vonden de kinderen niet bezwaarlijk. De kleintjes werden na een paar dagen snel groter, totdat ik merkte, dat de eerste moeder weer net zo vreemd deed als in het begin. Tot mijn stomme verbazing lagen bij inspectie behalve de eerste acht, nog eens zeven van die "blinde muizen" in het nest. Daarmee kwam het totaal in tijd van twee weken ineens op vijfentwintig konijnen! Navraag bij de dierenarts leerde, dat konijnen twee baarmoeders hebben en dat daar het spreekwoord van komt: "bij de konijnen af".

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen