HOME


Gastenboek
Om Ugchelse Kei de Kei 

Om de Kei nummer: 135. Uit De Bron van woensdag 1 december 1999, 36e jaargang nummer 21.

Vorige Index Volgende
SURPRISE.
Sint Nicolaas heeft weer overal schoenen gevuld. Tenminste, bij diegenen, die geloven in de goedheiligman. Bij de twijfelaars gaat het soms wat minder spontaan, maar die doen in elk geval voor alle zekerheid maar mee. Je kunt immers niet weten... Dan zijn er ook oudere jongens en meisjes, die solidair zijn en meespelen om één en ander niet te verraden aan de jongere garde. Eigenlijk wordt de boel een beetje beduveld, maar tenslotte is het toch een feest voor de jeugd. Soms twijfel ik daaraan. Sommige ouderen zeggen dan: "Ik doe wèl aan Sinterklaas." Ze trekken er dan een gezicht bij, net zoals ik wel eens Mussolini heb zien doen in zijn rol als dictator van Italië. Of president Clinton, die kan ook zo'n lip trekken.
In deze gemoedstoestand ga ik naar de hoek van de Molencatenlaan, om de Sint met zijn gevolg te begroeten. Het is weer erg druk, de ouders staan er in het geschreeuw van hun kinderen te wachten in het gure weer totdat de sint naar het buurthuis vertrekt. Dan loop ik met de meute mee, zogezegd, achter de muziek aan. Het is een heel feest in het buurthuis en de Sint vervult hierbij een glansrol. Nadat hij het ritueel in de zaal heeft doorstaan, krijg ik de Sint nog even in het vizier en heet de heilige man welkom in Ugchelen. Ook vertel ik hem mijn overweging van de sinterklaasviering, dat het toch een feest is alleen voor kinderen.
Maar daar is hij het toch niet geheel mee eens. "Kijk, Uwe,"

zo begint hij, "Er zijn ook veel grote mensen, die met de beste bedoelingen Sint Nicolaas vieren. Bijvoorbeeld in Randerode of in de beide andere verzorgingshuizen, daar wordt gewoon op een leuke manier Sint Nicolaas gevierd. Daar ben ik nog ontzettend druk mee. Het is voor mij een grote vreugde, om de surprises er te mogen uitdelen. Er zit vaak een grote originaliteit in de cadeautjes, die erbij vergezeld gaan. Ja, soms loopt het met grote mensen wel eens de spuigaten uit. Dan kun je het bijna geen surprises meer noemen. Ik moest bijvoorbeeld aan elk van de twee dochters van iemand een huis cadeau doen, terwijl er zoveel anderen ook bij de gegadigden hoorden. Maar ja, wat doe je, als goede Sint, als je niet meer hebt? Zo zie je, dat het niet allemaal eerlijk is verdeeld in deze wereld van het genoeg, zoals die mijnheer Goudswaard het zo kernachtig heeft gezegd op een thema-avond in Ugchelen".
Met deze woorden van de sint neem ik afscheid van hem en denk aan de surprises voor de kinderen op sinterklaasavond en die ik aan hen uit zal delen, omdat Sinterklaas het zó druk heeft, dat hij zelf niet langs kan komen. Dan moet ik maar niet denken aan die mensen, die helemaal niets hebben om uit te delen en toch de vreugde van een surpriseavond meemaken. En niet aan die anderen, die van gekkigheid niet weten, wat ze elkaar moeten geven. Daar word je immers zo ontevreden van.

"Uwe Kijker"
Deze tekst wordt elke veertien dagen met toestemming overgenomen uit het Ugchelense Kerk- en Nieuwsblad
"DE BRON".

Vorige Index Volgende

Copyright © 1996 -
Uwe Kijker / DE BRON / Gert Woutersen